De Lijn en partners wachten met stedelijk autonoom vervoer

De Lijn en partners wachten met stedelijk autonoom vervoer

De Lijn heeft beslist voorlopig geen projecten stedelijk autonoom vervoer op te starten. Dat werd beslist na een haalbaarheidsstudie en in gemeenschappelijk overleg met de partnersteden Genk, Leuven, Antwerpen en Mechelen. De oorspronkelijke doelstellingen van de pilootprojecten bleken nog niet realiseerbaar binnen de huidige context. De Raad van Bestuur van De Lijn bekrachtigde vandaag deze beslissing.

De Lijn startte samen met Brussels Airport Company een eerste project autonoom vervoer in 2018. Ondertussen volbracht de zelfrijdende shuttle op de Brusselse luchthaven zijn eerste ritten. De Lijn, Antwerpen, Genk, Leuven en Mechelen besloten om samen de mogelijkheden voor stedelijke projecten met zelfrijdende vervoer te analyseren. Die moesten zo goed mogelijk voldoen aan de verschillende criteria voor autonoom vervoer (technische haalbaarheid, reizigerspotentieel,  betaalbaarheid,...) 

Na een initieel ontwikkeltraject zou het stedelijk autonoom vervoer worden opgestart. Hierbij werd onder andere steeds uitgegaan van een significante mobiliteitswaarde, van voertuigen zonder veiligheidssteward, en van een operationele kost lager dan die van klassiek vervoer zodat de hoge ontwikkelkosten en opstartinvesteringen op termijn terugverdiend konden worden. Er werd vervolgens een onderhandelingsprocedure opgestart om in dialoog met potentiële constructeurs de projecten te kunnen uitwerken.

De markt voor autonoom vervoer blijkt de voorbije jaren niet de eerder aangekondigde technologische evolutie te hebben bereikt. Koplopers in de technologierace investeren nog steeds liever in ontwikkeling in plaats van in commercialisering. De aangeboden technologische mogelijkheden bleken omwille van performantie en betrouwbaarheid nog niet geschikt voor complexe stedelijke verkeerssituaties. Al deze elementen beïnvloedden het kostenplaatje op significante wijze, waardoor de ontwikkelkosten en projectprijzen fors hoger uitvielen, en ook Covid19 creëert bijkomende druk op de budgetten. De combinatie van deze verschillende factoren zorgde er uiteindelijk voor dat niet werd voldaan aan de specifieke noden van De Lijn en van de betrokken steden. De slotsom was dat de beoogde projecten stedelijk autonoom vervoer nog niet realiseerbaar waren binnen de vooropgestelde randvoorwaarden. De Lijn en de partnersteden hebben vervolgens in goed overleg beslist om de onderhandelingsprocedure stop te zetten en de opdracht niet te gunnen.

De projectvoorbereiding en de gevoerde onderhandelingen met technologieaanbieders zijn alleszins een zeer interessant leerproces geweest voor alle betrokkenen. De Lijn neemt de leereffecten dan ook mee in haar toekomstige projecten én in het autonoom vervoer project op Brussels Airport.
 

Quote Roger Kesteloot, directeur-generaal De Lijn:

"De Lijn blijft nauwgezet de vinger aan de pols houden van autonoom vervoer en de verdere ontwikkeling ervan, zoals met Brussels Airport Company en constructeur 2getthere op de luchthaven van Zaventem. Verder zetten we ook voluit in op de digitalisering van ons aanbod en de elektrificatie van ons voertuigenpark. We oordelen dat vandaag het niet het juiste moment is om ook bijkomende projecten autonoom vervoer op te starten maar bereiden ons wel verder voor op een toekomst waarin baanbrekende innovaties ons zullen toelaten om het aanbod voor de klant steeds verder te optimaliseren."

Quote David Dessers, schepen Leuven:

“Helaas is gebleken dat een zelfrijdende shuttle tussen Arenberg en de Vaartkom niet alleen erg kostelijk maar ook technisch moeilijk realiseerbaar is", verduidelijkt Leuvens schepen van mobiliteit David Dessers. "In het nieuwe netplan zullen de gekende bussen van De Lijn zorgen voor een vlotte verbinding tussen Arenberg en de Vaartkom. Ondertussen blijven we volop inzetten op hoogwaardig, aantrekkelijk en duurzaam openbaar vervoer. Tegen 2030 willen we immers het aantal gebruikers van het openbaar vervoer verdubbelen, om de stad bereikbaar te houden en onze klimaatdoelstellingen te behalen.”

Quote schepen Vicky Vanmarcke, schepen Mechelen:

“ Stad Mechelen zet al jaren in op innovatieve mobiliteitsoplossingen. Gedeeld, elektrisch, zelfrijdend vervoer is een duurzame opstap naar de mobiliteit van de toekomst. Mechelen blijft geëngageerd om hierin een voortrekkersrol te spelen en de nieuwe technologie, met de veiligheid van elke weggebruiker voorop, mee uit te testen.  Daarom is de stad Mechelen ook partner in een lopend Europees project rond geautomatiseerd vervoer. Dit geeft ons de mogelijkheid om expertise op te bouwen, draagvlak te creëren en de technologie uit te testen.  Met de Lijn focussen we nu verder op de uitrol van de vervoersregio als ruggengraat van een stedelijke mobiliteit en de verdere elektrificatie van onze stadsbussen. We hebben er al 13 hybride, tegen 2023 zijn ze allemaal elektrisch.  Een latere samenwerking met De Lijn rond de heropstart van een zelfrijdende bus in onze stad juichen we alleen maar toe. “

Quote Michael Dhoore, schepen Genk:

‘‘Met dit project wilde stad Genk haar voortrekkersrol inzake innovatie en duurzaamheid vervullen, en nog belangrijker: meer Genkenaren aanzetten tot duurzame verplaatsingen. Jammer dus, want elke automobilist die gebruik zou maken van de elektrische shuttle, zou een reductie betekend hebben van de uitstoot van CO2 en fijnstof. Uiteraard hebben we ook begrip voor deze beslissing. We hopen van harte dat onze stad als smart city in de toekomst opnieuw mee haar schouders kan zetten onder soortgelijke initiatieven’’

Quote Koen Kennis, schepen Antwerpen:

‘‘De stad Antwerpen gelooft dat innovatie bijdraagt aan oplossingen op het vlak van mobiliteit. We hebben in de stad een aantal locaties gedefinieerd die geschikt zijn voor proefprojecten met autonoom vervoer, en we kijken uit naar de verdere initiatieven die de Vlaamse overheid neemt om deze technologie ook in onze regio te introduceren.’’

 

 

Over De Lijn

Over De Lijn

De Lijn is het Vlaamse overheidsbedrijf dat zorgt voor openbaar vervoer met bus en tram in Vlaanderen. Ongeveer 3,5 miljoen mensen maken jaarlijks één of meerdere keren gebruik van de diensten van De Lijn.

Voor haar werking krijgt de vervoermaatschappij een dotatie van het Vlaams Gewest, de belangrijkste aandeelhouder. De verkoop van vervoerbewijzen is de tweede inkomstenbron.

Het net van De Lijn telt ongeveer 1 000 lijnen en 16 000 haltes. Alles samen rijden de bussen en trams per jaar meer dan 200 miljoen kilometer. De eigen vloot telt 2 250 bussen en 400 trams. De privéfirma's die rijden in opdracht van De Lijn hebben zelf ook bussen. Zij nemen ongeveer de helft van de buskilometers voor hun rekening.

Met bijna 8 000 werknemers is De Lijn een van de grote werkgevers van het land. Bij de privé-exploitanten werken nog eens meer dan 2 000 mensen.

Als hoofdaandeelhouder van deelfietsen Blue-bike promoot en ondersteunt De Lijn combimobiliteit. Hierbij kunnen reizigers voor het laatste stuk van hun verplaatsing een bus- of tramrit combineren met een deelfiets.