De Lijn start 3 plaatsingsprocedures op voor aannemingswerken op eerste e-stelplaatsen

De Lijn heeft 3 plaatsingsprocedures opgestart voor de aannemingswerken op de eerste stelplaatsen voor elektrische bussen. De raad van bestuur heeft de selectieleidraden goedgekeurd voor de werken op de stelplaatsen Genk-Winterslag, Destelbergen en Kortrijk. Vanuit deze stelplaatsen zullen in het voorjaar van 2023 nieuwe elektrische bussen in de dienstregeling opgenomen worden.

De Lijn zet volop in op vergroening om zo bij te dragen aan een gezonder en duurzaam Vlaanderen. Om volledig emissievrij openbaar vervoer aan te bieden tegen 2035 moet De Lijn niet alleen de volledige busvloot (ongeveer 2 300 bussen in eigen regie en 1 000 bussen bij exploitanten) vergroenen. Elektrische bussen moeten ‘s nachts opgeladen worden. Dat gebeurt op de stelplaatsen waar e-bussen gestationeerd zijn. De stelplaatsen moeten hiervoor aangepast worden.

In juni 2021 heeft De Lijn opdracht gegeven aan het studiebureau SWECO om de nodige aanpassingen in kaart te brengen voor de stelplaatsen waar de eerste e-bussen gestationeerd zullen worden. De voorstudies van de stelplaatsen Genk-Winterslag, Destelbergen en Kortrijk zijn intussen voldoende gevorderd om 3 plaatsingsprocedures voor de aannemingswerken op te starten. De Lijn heeft voor elke stelplaats gekozen voor een onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging. De selectieleidraden zijn intussen gepubliceerd op het Belgische en Europese aankondigingsplatform. De Lijn verwacht eind dit jaar de eerste opdrachten te kunnen gunnen[SDP1] . Los van deze 3 plaatsingsprocedures voert De Lijn dit jaar kleinere aanpassingen uit aan deze stelplaatsen, zodat de eerste e-bussen vanaf het voorjaar van 2023 in de dienst kunnen opgenomen worden. De ombouwwerken zullen voor de reizigers geen invloed hebben wat betreft de dienstverlening vanuit de betrokken stelplaatsen.

“Het belang van de ombouw van de stelplaatsen voor e-bussen mag niet onderschat worden,” zegt Ann Schoubs, directeur-generaal van De Lijn. “E-bussen kunnen niet uitrijden als hun batterijen niet geladen zijn. Heel wat van onze stelplaatsen zijn gebouwd toen er van vergroening nog geen sprake was. Dat betekent dat we op de meeste stelplaatsen aannemingswerken moeten laten uitvoeren voor ze klaar zijn voor e-bussen.”
“Voor deze werken kan De Lijn een beroep doen op 15 miljoen euro via de Europese relancesteun”, voegt Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters toe. “We moeten vergroenen op alle vlakken in onze ambitie voor gezondere lucht en om de klimaatuitdagingen daadwerkelijk aan te pakken. Personenwagens, bestelwagens, vrachtwagens maar ook de elektrificatie van de vloot van De Lijn is een belangrijke schakel. Een e-stelplaats is een cruciale dominosteen in het geheel.”

 

Over De Lijn

Over De Lijn

De Lijn is het Vlaamse overheidsbedrijf dat zorgt voor openbaar vervoer met bus en tram in Vlaanderen. Ongeveer 3,5 miljoen mensen maken jaarlijks één of meerdere keren gebruik van de diensten van De Lijn.

Voor haar werking krijgt de vervoermaatschappij een dotatie van het Vlaams Gewest, de belangrijkste aandeelhouder. De verkoop van vervoerbewijzen is de tweede inkomstenbron.

Het net van De Lijn telt ongeveer 1 000 lijnen en 16 000 haltes. Alles samen rijden de bussen en trams per jaar meer dan 200 miljoen kilometer. De eigen vloot telt 2 250 bussen en 400 trams. De privéfirma's die rijden in opdracht van De Lijn hebben zelf ook bussen. Zij nemen ongeveer de helft van de buskilometers voor hun rekening.

Met bijna 8 000 werknemers is De Lijn een van de grote werkgevers van het land. Bij de privé-exploitanten werken nog eens meer dan 2 000 mensen.

Als hoofdaandeelhouder van deelfietsen Blue-bike promoot en ondersteunt De Lijn combimobiliteit. Hierbij kunnen reizigers voor het laatste stuk van hun verplaatsing een bus- of tramrit combineren met een deelfiets.