De Lijn vraagt een stabiel financieel engagement op lange termijn van de overheid voor het vergroeningsprogramma

De Lijn vraagt een stabiel financieel engagement op lange termijn van de overheid voor het vergroeningsprogramma

De Lijn heeft in het Vlaams Parlement toegelicht hoe ze het openbaar vervoer in Vlaanderen verder wil verduurzamen. Marc Descheemaecker, voorzitter van de raad van bestuur, en Ann Schoubs, directeur-generaal, vragen aan de Vlaamse Regering een stabiel financieel engagement om op lange termijn het vergroeningsprogramma van De Lijn te kunnen uitvoeren. De Lijn wil met haar plan op de kortere en op de lange termijn inzetten op luchtkwaliteit én klimaat. Het plan is het grootste transformatietraject in het dertigjarig bestaan van De Lijn en zet naast de noodzakelijke ombouw van alle stelplaatsen in op drie pijlers: e-bussen, e-hybrides en exploitanten.

Ann Schoubs, directeur-generaal De Lijn, herbevestigde de vastberadenheid van De Lijn om via een volledige vergroening van de busvloot de uitstoot tot nul terug te brengen, en zo bij te dragen aan een beter leefmilieu en klimaat:

'Het programma Elektrische Bus Systemen is niets minder dan een volledige transformatie van De Lijn. De aankoop van elektrische bussen is het eenvoudigste onderdeel van dit programma. De echte uitdaging ligt in de ombouw van de stelplaatsen, zodat we in staat zijn om daar ’s nachts de elektrische bussen te laten opladen.'

De Lijn heeft een realistisch plan opgesteld om tegen 2035 emissievrij te rijden in heel Vlaanderen, zowel met de bussen in eigen regie als met die van de partners-exploitanten. Dit plan bestaat uit drie pijlers:

  • Volledig emissievrije bussen:
    waarbij De Lijn in een eerste fase inzet op elektrische standaardbussen (lengte van 12 m) met herlaadbare batterijen. Deze e-bussen zullen ingezet worden op buslopen (dagritten) tot 250 km die zoveel mogelijk stadskernen zullen aandoen. In een volgende fase worden ook gelede bussen (lengte 18 m) toegevoegd, van zodra er bussen op de markt beschikbaar zijn met voldoende autonomie.
     
  • E-hybride bussen:
    die als overgangsoplossing een dubbel doel zullen dienen. Enerzijds laten ze toe om de 808 oude en sterk vervuilende EUR3- en EUR4-bussen versneld uit te faseren. Anderzijds kunnen ze dankzij hun beperkte emissievrije autonomie uitstootloos binnen de stadskern rijden en buiten de stadskern hun batterijen opnieuw opladen, waarbij ze dankzij geavanceerde filtertechnologie emissiearm rijden. De e-hybrides zijn ideaal geschikt om langere buslopen in grote mate te vergroenen tot e-bussen lange trajecten aankunnen. Op termijn zullen deze e-hybrides ook omgevormd worden tot volledig elektrische bussen.
     
  • De partners-exploitanten:
    zij nemen ongeveer de helft van de kilometers voor hun rekening en zijn bij het plan betrokken. Enkele partners hebben al hun eigen initiatieven opgestart. De Lijn kijkt samen met de overheid en de federatie van de exploitanten hoe bestaande contracten kunnen aangepast worden en hoe emissievrije bussen opgenomen kunnen worden in de Nieuwe Contracten Exploitanten, die in 2024 in voege zullen treden.

Ann Schoubs:

'Indien we de middelen krijgen om de oude EUR3- en EUR4-bussen versneld te vervangen, kunnen we tegen 2025 de uitstoot van ongezonde gassen met 75 % terugbrengen.'

Door geleidelijk de complexiteit van zowel de bussen als van de ombouw van de stelplaatsen en de integratie van de laadinfrastructuur en ICT-systemen te vergroten, voorziet het plan van De Lijn tegen 2035 in 3 430 e-bussen die elke dag 675 000 emissievrije km zullen rijden.

Tegenover deze vergroening staat een investering op lange termijn bij De Lijn en haar exploitanten van 3,9 tot 5,2 miljard euro.

Marc Descheemaeker, voorzitter raad van bestuur De Lijn:

'Het uiteindelijk benodigd bedrag hangt vooral af van de ombouw van de stelplaatsen. De laagste schatting gaat uit van een brownfield-scenario, terwijl het grootste bedrag voorziet dat volledig nieuwe stelplaatsen aangelegd moeten worden.'

'Dit betekent een bijkomende investering op lange termijn bij De Lijn en haar exploitanten van 3,9 tot 5,2 miljard euro in die periode,' verduidelijkt Ann Schoubs.

De Lijn vraagt dan ook een duidelijk engagement van de verschillende overheden om het EBS-programma financieel te laten slagen, maar ook bijvoorbeeld bij het verwerken van vergunningsaanvragen. 'Dit programma is een unieke kans om de verwachting van de overheden en reizigers van een modern, emissievrij en vraaggestuurd openbaar vervoer in Vlaanderen in te vullen.'

Contacteer ons
Over De Lijn

Over De Lijn

De Lijn is het Vlaamse overheidsbedrijf dat zorgt voor openbaar vervoer met bus en tram in Vlaanderen. Ongeveer 3,5 miljoen mensen maken jaarlijks één of meerdere keren gebruik van de diensten van De Lijn.

Voor haar werking krijgt de vervoermaatschappij een dotatie van het Vlaams Gewest, de belangrijkste aandeelhouder. De verkoop van vervoerbewijzen is de tweede inkomstenbron.

Het net van De Lijn telt ongeveer 1 000 lijnen en 16 000 haltes. Alles samen rijden de bussen en trams per jaar meer dan 200 miljoen kilometer. De eigen vloot telt 2 250 bussen en 400 trams. De privéfirma's die rijden in opdracht van De Lijn hebben zelf ook bussen. Zij nemen ongeveer de helft van de buskilometers voor hun rekening.

Met bijna 8 000 werknemers is De Lijn een van de grote werkgevers van het land. Bij de privé-exploitanten werken nog eens meer dan 2 000 mensen.

Als hoofdaandeelhouder van deelfietsen Blue-bike promoot en ondersteunt De Lijn combimobiliteit. Hierbij kunnen reizigers voor het laatste stuk van hun verplaatsing een bus- of tramrit combineren met een deelfiets.