De Lijn werkt volop aan meer fietsveiligheid bij tramsporen

De Lijn werkt volop aan meer fietsveiligheid bij tramsporen

De verbetering van de fietsveiligheid ter hoogte van tramsporen is een prioritair aandachtspunt voor Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters en De Lijn. Al geruime tijd is De Lijn dan ook bezig met het uitproberen en testen van nieuwe methodes en worden ook infrastructurele ingrepen uitgevoerd om de veiligheid voor de fietsers te verhogen. “Zo hebben we recent in een eerste fase werken uitgevoerd aan een gedeelte van de sporen in de Kortrijksepoortstraat en in ​ de Nederkouter”, aldus minister Peeters. “Ook werd er gisteren in samenwerking met de Fietsersbond een opvulmiddel voor tramrails als fietsvalveiligheid uitgetest”, aldus minister Peeters.

Tramsporen en fietsveiligheid is geen evidente combinatie. Dat bleek de voorbije jaren meermaals uit ernstige fietsongevallen in de Gentse binnenstad. Ter hoogte van trambeddingen zijn er verschillende aspecten die fietsongevallen kunnen veroorzaken. De praktijk wijst uit dat het vaak gaat om een combinatie van factoren zoals de gladheid van de gebruikte materialen (metalen rails, wissels, …), de groeven van de rails en de beperkte stedelijke ruimte waardoor verkeersstromen noodgedwongen gecombineerd moeten worden.

Vlaams minister Lydia Peeters vroeg naar aanleiding van een onderzoek van de UZ Gent om een dieper, meer doorgedreven onderzoek te doen naar mogelijke maatregelen om fietsongevallen aan de tramsporen aan te pakken. “Verkeersveiligheid is prioriteit voor mij. De Lijn is hier de afgelopen maanden dan ook volop mee aan de slag gegaan, en kon hierbij rekenen op de hulp en kennis van diverse andere partijen, waaronder de stad Gent, de Reizigersbond en de Fietsersbond”, duidt minister Peeters.

Luc Desmedt, vzw Reizigersbond: “Het is voor alle weggebruikers belangrijk dat het fietsen nabij tramsporen veilig zou kunnen verlopen. In Gent verplaatsen duizenden weggebruikers zich dagelijks met de tram of met de fiets in dezelfde smalle straten. Buitenlandse proeven bewijzen dat een mirakeloplossing die alle valpartijen van fietsers nabij tramsporen uitsluit, nog niet bestaat. Momenteel bestudeert De Lijn uiteenlopende fietsvalpreventietechnieken. Het doel: voorkomen dat fietsers die ongewild in de tramsporen terecht komen, zouden vallen en zich zouden verwonden”.
Yves De Bruyckere, Fietsersbond: “Fietsersbond Gent is blij met de recente inspanningen van De Lijn om de problematiek van fietsongevallen rondom tramsporen aan te pakken. De samenwerking en de professionaliteit rondom deze proefopstelling smaakt naar meer. We realiseren ons dat er zeer veel werk op de plank ligt om de Gentse tramsporen fietsvriendelijk te maken. Het door Vlaanderen gewenste STOP-principe is de gepaste richtlijn. Wij staan De Lijn graag met raad en daad bij in de verdere uitbouw van de langetermijnstrategie”.
​ ​ ​

Infrastructurele aanpak

De staat van het wegdek tussen en naast de sporen speelt een belangrijke rol in het fietsveiliger maken van de weg. Door een structurele onderhouds- en investeringsachterstand uit het verleden zijn verschillende spoortracés in Gent ondertussen aan vernieuwing toe. De meeste tramvernieuwingsprojecten zitten vervat in een samenwerking met de Stad Gent en Farys in het kader van nutswerken en/of straatvernieuwing.

Uitgevoerde werken in Gent in 2022:

  • Herstellingswerken aan een gedeelte van de sporen in de Kortrijksepoortstraat en de Nederkouter. In het voorjaar van 2023 volgen, in een tweede fase, nog enkele bijkomende ingrepen in de Kortrijksepoortstraat en Nederkouter afwachting van een integrale heraanleg van de tramas Veldstraat – Nederkouter – Kortrijksepoortstraat in samenwerking met stad Gent en Farys. ​
  • Spoorvernieuwingswerken ter hoogte van het Sint-Veerleplein en de bocht Lange Steenstraat, waarbij De Lijn besliste om de wissel voor het Gravensteen te verwijderen om de fietsveiligheid te verhogen.
  • Op locaties met een hoge fietsintensiteit waar de tramsporen (tijdelijk) buiten exploitatie zijn gesteld, o.a. de Sint-Michielshelling, zijn de groeven opgevuld met een specifiek product dat de sporen beter berijdbaar maakt voor fietsers.

Onderzoek en innovatie opvulling van de railgroef

Door het opvullen van de railgroef moeten fietsers makkelijker de rails kunnen kruisen. Er zijn een aantal vereisten voor het opvullen van de groeven. Zo mag de opvulling niet ‘indrukbaar’ zijn voor fietsbanden maar wel voor trams, en moet de opvulling duurzaam zijn, resistent aan de weersomstandigheden, en eenvoudig verwijder- en vervangbaar. Bovenal moet de railopvulling betrouwbaar zijn inzake hechting en robuustheid om zodoende de veiligheid te garanderen.

Tot op heden werd er nog geen adequate oplossing gevonden voor het opvullen van de railgroef, ondanks verschillende onderzoeken, nationaal en internationaal. De Lijn blijft evenwel de markt afspeuren naar innovatieve mogelijkheden. Ze zit ook zelf niet stil en organiseerde gisteren de praktische proef met medewerking van de Fietsersbond op de stelplaats van Gentbrugge waar een rubberopvulling werd getest.

Verder volgt De Lijn actief een Zwitsers onderzoek (Basel) op naar rubbervulling bij nieuw aangelegde sporen, vond het voorbije jaar een uitgebreide marktverkenning plaats naar beschikbare oplossingen (opvulling groef) in binnen- en buitenland, en werd met een aantal onderzoekpartners een initiatief opgestart om materiaaloplossingen te zoeken. Vier externe partijen hebben ondertussen interesse getoond om aan dat laatste mee te werken. Tevens zijn er contacten met andere trammaatschappijen om ervaringen en mogelijke oplossingen uit te wisselen en wordt er op het openbaar domein een test voorzien waarbij gladde oppervlakken van onder meer tramwissels zullen worden opgeruwd worden om te onderzoeken of dit een veiliger resultaat geeft.

Betere instandhoudingsoplossingen

De Lijn monitort constant de situatie van het wegdek en vult ontstane groeven/putten in de wegverharding rondom de rail met gietasfalt. Deze techniek is echter niet in alle omstandigheden even geschikt. De Lijn is daarom met een aantal bedrijven een test aan het uitvoeren om meer flexibele vulmaterialen te gebruiken. Een eerste test werd in het begin van de zomer uitgevoerd, een tweede vond plaats in september. Deze systemen zullen gedurende de winterperiode verder worden geëvalueerd.

Onderzoeken

De Lijn en de Stad Gent werken nauw samen voor de inventarisatie van pijnpunten bij de traminfrastructuur. Dat zal resulteren in een aantal ontwerprichtlijnen die toegepast kunnen worden bij de heraanleg van traminfrastructuur en het bijhorende openbare domein. De Lijn neemt ook deel aan een samenwerking tussen het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw en de MIVB om specifieke pijnpunten rond halte-infrastructuur en andere weggebruikers in beeld te brengen.

Signalisatie/verkeersgedrag

Infrastructurele ingrepen en ervaringen met opvulling van de groeven leveren voorlopig nog geen allesomvattende oplossing aan. Daarom wordt er met verschillende partners ook gewerkt op het uitwerken van ontwerprichtlijnen voor de wegaanleg op plaatsen waar tramsporen en wissels aanwezig zijn, en aan een aanpassing van de signalisatie waardoor weggebruikers attent worden gemaakt op de aanwezigheid van traminfrastructuur in het wegdek. Ook een aantal andere, vaak snellere en eenvoudigere acties, zoals paaltjes verwijderen/herplaatsen, opruwen gladde oppervlaktes, worden meegenomen.

 

 

Over De Lijn

Over De Lijn

De Lijn is het Vlaamse overheidsbedrijf dat zorgt voor openbaar vervoer met bus en tram in Vlaanderen. Ongeveer 3,5 miljoen mensen maken jaarlijks één of meerdere keren gebruik van de diensten van De Lijn.

Voor haar werking krijgt de vervoermaatschappij een dotatie van het Vlaams Gewest, de belangrijkste aandeelhouder. De verkoop van vervoerbewijzen is de tweede inkomstenbron.

Het net van De Lijn telt ongeveer 1 000 lijnen en 16 000 haltes. Alles samen rijden de bussen en trams per jaar meer dan 200 miljoen kilometer. De eigen vloot telt 2 250 bussen en 400 trams. De privéfirma's die rijden in opdracht van De Lijn hebben zelf ook bussen. Zij nemen ongeveer de helft van de buskilometers voor hun rekening.

Met bijna 8 000 werknemers is De Lijn een van de grote werkgevers van het land. Bij de privé-exploitanten werken nog eens meer dan 2 000 mensen.

Als hoofdaandeelhouder van deelfietsen Blue-bike promoot en ondersteunt De Lijn combimobiliteit. Hierbij kunnen reizigers voor het laatste stuk van hun verplaatsing een bus- of tramrit combineren met een deelfiets.