Flexvervoer reserveren in regio Diest-Aarschot doe je via de Hoppincentrale

Vanaf januari 2024 zullen reizigers het flexvervoer (nieuwe naam voor belbus) reserveren via de Hoppincentrale (app of telefooncentrale). Vóór het systeem wordt ingevoerd in heel Vlaanderen, wordt eerst uitvoerig getest in een aantal belbusgebieden. Vanaf 1 juli start een proefproject in de regio Diest-Aarschot. Alle reizigers in die regio boeken vanaf dan hun rit via de Hoppincentrale.  In het belbusgebied Puurs - Sint-Amands én in zes belbusgebieden in de Vlaamse Ardennen lopen er al proefprojecten met de Hoppincentrale.

Proefproject

Het reserveren van flexvervoer doe je via de Hoppincentrale. In afwachting van de volledige uitrol in januari 2024 wordt er uitgebreid getest. Hierbij worden de processen getest, kunnen reizigers stapsgewijs kennismaken met de nieuwe centrale en de Hoppinapp en verzamelt De Lijn feedback.

In november 2022 is het proefproject voor de Hoppincentrale in het belbusgebied Puurs – Sint-Amands gestart. In februari van dit jaar startte het proefproject in zes belbusgebieden in de Vlaamse Ardennen. De evaluatie van het deze projecten loopt volop, maar de eerste bevindingen zijn positief.

Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare werken Lydia Peeters: “Het aantal unieke gebruikers van de flexbussen in de twee vorige proefregio’s ligt een derde hoger dan het aantal reizigers dat we pre-corona telden in deze regio’s. Het nieuwe aanbod slaat duidelijk aan.”

Ov-toets?

Deze aanpassingen kaderen binnen basisbereikbaarheid of Hoppin, de Vlaamse visie op mobiliteit. Daarmee zet Vlaanderen in op een efficiënter, duurzamer en flexibeler openbaar vervoer. Combimobiliteit staat daarin centraal: het combineren van verschillende vervoermiddelen om je bestemming te bereiken: flexvervoer, een vaste lijn, de trein, deelsystemen en je eigen fiets of wagen.

Vanaf 1 juli zullen de flexreizigers van de proefregio’s daarom doorverwezen worden naar het reguliere openbaar vervoer, als dat kan. Tot nu werd een gevraagde reservatie uitgevoerd met de flexbus, ook als die verplaatsing met een gewone bus of trein kon. In het reservatiesysteem voor het flexvervoer wordt nu de zogenaamde ‘ov-toets’ ingevoerd. Deze zorgt ervoor dat de klant wordt doorverwezen naar de beste oplossing.

Hoe werkt het?

Reserveren van flexvervoer gebeurt via de Hoppinapp of via het callcenter van de Hoppincentrale. De Hoppincentrale plant vervolgens de nodige ritten op basis van de gevraagde reservaties. De vertrouwde, huidige belbussen (voortaan onder de naam ‘De Lijn flexbus’) en chauffeurs blijven zorgen voor het vervoer. Ook de haltes en uren waarin de belbus kan gebruikt worden blijven dezelfde.

Het gaat over deze gebieden:

  • 701 Diest-Molenstede-Bekkevoort
  • 702 Diest- Schaffen-Deurne-Molenstede
  • 707 Aarschot
  • 708 Aarschot-Scherpenheuvel
  • 709 Begijnendijk

In dit gebied rijden vier busjes.

De Lijn heeft de reizigers over deze wijziging geïnformeerd. De klanten van de belbussen van de vijf betrokken gebieden kregen allemaal tijdig een brief in de bus met alle nodige praktische informatie. Daarnaast voorziet De Lijn informatie aan de betrokken haltes en via de betrokken gemeenten. Alle praktische info vind je via Hoppin.be of via de website van De Lijn.

_____

Wat is Hoppin?

Sinds begin januari wordt de nieuwe mobiliteitsvisie Hoppin (basisbereikbaarheid) ingevoerd. Het aanbod wordt beter afgestemd op de behoeften van reizigers. Treinen, trams en bussen blijven belangrijke vervoersmiddelen. Op drukke routes zet De Lijn in op snellere en frequentere bussen en trams. Op plaatsen waar er minder vraag is naar openbaar vervoer wordt er flexibel vervoer geïntroduceerd. Naadloos overstappen kan bij een Hoppinpunt, een knooppunt waar verschillende vervoermiddelen samenkomen, zoals trein, bus, tram, deelsystemen of flexibel vervoer (flexvervoer: flexbus of -taxi).

Hoppin zorgt voor een gelaagd netwerk

Het netwerk openbaar vervoer bestaat uit vier vervoerslagen: het treinnet, het kernnet, het aanvullend net en het vervoer op maat. Door deze vervoerslagen beter met elkaar te verbinden en geïntegreerde informatie aan te bieden, zullen reizigers vlot van de ene modi op de andere kunnen overstappen.

  • Het treinnet vormt de ruggengraat van het openbaar vervoer in Vlaanderen.
  • De bussen en trams van het kernnet zorgen voor de verbinding tussen grote woonkernen en centraal gelegen attractiepolen zoals bijvoorbeeld scholen, sport- en recreatiecentra, ziekenhuizen en handelscentra. Het kernnet wordt afgestemd op het treinnet.
  • Het aanvullend net bestaat uit de bussen tussen kleinere steden en gemeenten. Het zorgt voor de aanvoer naar het kernnet en het treinnet. Ook het woon-werkverkeer en het woon-schoolvervoer dat alleen tijdens de spitsuren bestaat, kan deel uitmaken van dit net.
  • Op bepaalde locaties of tijdstippen of voor bepaalde doelgroepen zijn treinen, het kernnet of het aanvullend net niet toegankelijk. Het flexvervoer (vervoer op maat) kan hier een oplossing bieden. Het complementair vervoer op maat aanbod varieert van een buurtbus of een collectieve taxi die reizigers vervoert op afroep tot allerlei deelsystemen zoals deelauto’s en deelfietsen. Ook het aanbod voor personen met een ernstige fysieke beperking (doelgroepenvervoer) valt hieronder. Het flexvervoer zal gereserveerd kunnen worden via de Hoppincentrale (mobiliteitscentrale).

Over De Lijn

Over De Lijn

De Lijn is het Vlaamse overheidsbedrijf dat zorgt voor openbaar vervoer met bus en tram in Vlaanderen. Ongeveer 3,5 miljoen mensen maken jaarlijks één of meerdere keren gebruik van de diensten van De Lijn.

Voor haar werking krijgt de vervoermaatschappij een dotatie van het Vlaams Gewest, de belangrijkste aandeelhouder. De verkoop van vervoerbewijzen is de tweede inkomstenbron.

Het net van De Lijn telt ongeveer 1 000 lijnen en 16 000 haltes. Alles samen rijden de bussen en trams per jaar meer dan 200 miljoen kilometer. De eigen vloot telt 2 250 bussen en 400 trams. De privéfirma's die rijden in opdracht van De Lijn hebben zelf ook bussen. Zij nemen ongeveer de helft van de buskilometers voor hun rekening.

Met bijna 8 000 werknemers is De Lijn een van de grote werkgevers van het land. Bij de privé-exploitanten werken nog eens meer dan 2 000 mensen.

Als hoofdaandeelhouder van deelfietsen Blue-bike promoot en ondersteunt De Lijn combimobiliteit. Hierbij kunnen reizigers voor het laatste stuk van hun verplaatsing een bus- of tramrit combineren met een deelfiets.