Nieuw openbaredienstencontract De Lijn
Een nieuw tijdperk voor De Lijn: meer autonomie, nieuwe rol en extra boost voor de vergroening
Met het afsluiten van een nieuw openbaredienstencontract (odc) maken Vlaams minister Lydia Peeters en De Lijn hun gedeelde ambitie kenbaar om de reiziger centraal te zetten in het mobiliteitsbeleid. Daarnaast ligt er in het openbardienstencontract ook een grote klemtoon op duurzaamheid en efficiëntie. De Lijn krijgt meer autonomie inzake tarifering en aanbod en kan zo snel, efficiënt en flexibel inspelen op nieuwe tendensen. De Lijn krijgt in het nieuwe dienstencontract ook een nieuwe rol toebedeeld, die van beheerder van het vervoersysteem. De vergroening krijgt een extra boost door wat meer buskilometers naar de exploitanten te verschuiven.
De Vlaamse Regering heeft het nieuwe openbaredienstencontract voor De Lijn goedgekeurd. Dat document vormt tussen 2023 en 2027 het stabiele kader voor de werking van de Vlaamse Vervoermaatschappij. De komende jaren wil De Lijn grote stappen vooruit zetten op vlak van klantvriendelijkheid, duurzaamheid en efficiëntie.
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters: “Met dit openbaredienstencontract gaat De Lijn een nieuw tijdperk in. Via de focus op een interne transitie gaat ze een grote sprong vooruit maken richting een nog klantgerichtere dienstverlening. We geven De Lijn extra tools om te evolueren naar een meer efficiënte organisatie, denk maar aan de gekaderde flexibiliteit in tarifering en aanbod. We voorzien voor de looptijd van dit odc een jaarlijks extra investeringsbedrag van 120 miljoen euro (t.o.v. de vroegere vaste engagementen). Hiermee kan De Lijn enerzijds de noodzakelijke investeringen doen in de onderhoudsachterstand van haar sporen en tractienet, en haar vloot vergroenen. Daarenboven wordt door het extra kilometers richting de exploitanten te verschuiven een boost gegeven aan de totale vergroening van de busvloot. Tegen 2025 zal op die manier de uitstoot door haar vloot van fijn stof dalen met 71% en de CO2 met 29% (t.o.v. 2021).”
Klantvriendelijker
De Lijn zet verder in op kwaliteitsvol en aantrekkelijk openbaar vervoer. Ze is een mobiliteitspartner waar reizigers, lokale besturen, en vervoerregio’s op kunnen rekenen. De Lijn biedt een fijnmazig vraaggestuurd openbaar vervoernetwerk aan, met snelle verbindingen. Bovendien zet De Lijn de komende jaren extra in op het dynamisch en snel kunnen reageren op een veranderende mobiliteitsvraag. De vraag naar openbaar vervoer evolueert immers constant. De Lijn monitort en evalueert die evolutie permanent. Naast een jaarlijkse globale evaluatie van het aanbod en eventuele aanpassingen, kan De Lijn in nauw overleg met de vervoerregio’s ook autonoom overgaan tot bepaalde tussentijdse aanpassingen van het aanbod, bijvoorbeeld naar aanleiding van de opening van een groot ziekenhuis, een langdurige omleiding met grote impact, etc. Het kader voor die zogenaamde gekaderde flexibiliteit wordt de komende maanden verder uitgewerkt.
Ook de betrouwbaarheid en stiptheid van het vervoersaanbod worden verder verbeterd. Reizen met De Lijn wordt door de klant als comfortabel ervaren. Er wordt ingezet op het comfort en de properheid van de voertuigen. Ook de toegankelijkheid van het aanbod wordt onder de loep genomen, zowel wat de fysieke toegankelijkheid van voertuigen en haltes betreft, als de digitale inclusie. De Lijn streeft ook naar correcte, betrouwbare, up-to-date en consistente realtime informatie op al haar infokanalen, en dit niet alleen voor de eigen diensten, maar ook voor de diensten van andere aanbieders indien beschikbaar.
Duurzamer
Het odc heeft de ambitie om van De Lijn een sterke partner te maken in het klimaatverhaal. In de eerste plaats door de elektrificatie van de vloot, zowel van De Lijn zelf als van haar exploitanten. Concreet moeten tegen 2025 alle Euro 3 en 4 bussen volledig uitgefaseerd zijn. Tegen eind 2027 zullen 80% van de Euro 5 bussen uitgefaseerd zijn.
Daarnaast heeft De Lijn ook de ambitie om in de toekomst haar e-stelplaatsen open te stellen voor derden (exploitanten, steden en gemeenten, …) zodat zij daar hun voertuigen kunnen laden. Verder zet De Lijn ook in op het verduurzamen van haar eigen infrastructuur, en dit zowel op vlak van energiegebruik, afvalbeheer, waterbeheer, bodembeheer. De beweging naar een duurzamer mobiliteit wordt nog verder ondersteund doordat De Lijn haar rol als betrouwbare mobiliteitspartner speelt voor de vervoerregio’s in hun streven naar een aanzienlijke modal shift.
Efficiënter
De Lijn transformeert verder naar een efficiënte, wendbare en performante organisatie. Ze gebruikt daarvoor de benchmark van 2020 als objectieve maatstaf. Ze zet in op continue verbeteringen op vlak van productiviteit en flexibiliteit, o.a. door performantieverbeteringen binnen haar technische diensten en de business unit Operaties, maar ook door procesoptimalisaties en verder digitalisering van haar werking. Om die efficiëntieverbetering te realiseren wordt er ook gewerkt aan een meer klantgerichte bedrijfscultuur, gericht op kwaliteit en continue verbetering.
Johan Sauwens, voorzitter raad van bestuur: ”Dit openbaredienstencontract biedt toekomstperspectief voor De Lijn. De toename van de structurele investeringsmiddelen en de stabiele werkingsmiddelen zullen De Lijn toelaten om een kwaliteitssprong te maken op vlak van dienstverlening, duurzaamheid en efficiëntie. De verschillende pijlers uit onze strategie, passie voor de klant, samen sterker, wendbare en performante organisatie, en stabiele financiering, worden nu ook verankerd in dit openbaredienstencontract.”
Een nieuwe rolverdeling
De transformatie naar een klantvriendelijker, duurzamer en efficiënter openbaar vervoer wordt ondersteund door een andere rolverdeling, tussen de vervoersautoriteit enerzijds en De Lijn anderzijds. De Vlaamse overheid, en de vervoersautoriteit in het bijzonder, gaat de structurele regie van de Vlaamse mobiliteit opnemen. De vervoersautoriteit zal zich focussen op het verlenen van strategisch advies aan de VR over mobiliteitsdoelstellingen en investeringen, op het voorzien van een structureel, wettelijk kader, en op onderzoek, monitoring en evaluatie van het mobiliteitsbeleid.
De Lijn, in haar nieuwe rol van beheerder van het vervoersysteem, legt zich toe op de coördinatie en optimalisering op het terrein van een breder geheel van vervoersaanbieders en -modi. Ze wordt verantwoordelijk voor het operationeel beheer over de vervoerlagen heen. Door als spelverdeler de verschillende aanbieders en vervoerswijzen te coördineren kunnen er extra stappen gezet worden op vlak van klantgerichtheid, duurzaamheid en efficiëntie. De Lijn stelt haar competenties ter beschikking van de mobiliteitsmarkt om in co-creatie met de vervoerregio’s te werken aan een maximale modal shift.
Daarnaast blijft De Lijn interne operator.
De nieuwe rol als beheerder van het vervoersysteem laat De Lijn ook toe op een andere manier om te gaan met de uitbestedingen aan haar exploitanten. De Lijn zal zo op (korte) termijn meer gaan uitbesteden aan haar exploitanten. Vandaag wordt 29% van het omzetvolume uitbesteed aan privé-exploitanten, dat zal de komende jaren evolueren naar 33%. Concreet zal het aandeel gereden kilometers door de exploitanten stijgen van 48 tot 53% wat neerkomt op 10 miljoen extra kilometers. Tegen begin 2025 zullen de euro 3 en euro 4 bussen volledig uitgefaseerd zijn.
Ann Schoubs, directeur-generaal: “We zijn blij dat dit openbaredienstencontact De Lijn een stabiel en toekomstgericht kader biedt zodat we volop kunnen focussen op onze rol als interne operator, en op onze rol van beheerder van het vervoeryssteem. Door een nauwere samenwerking met de exploitanten zal De Lijn sneller en flexibeler kunnen schakelen in een veranderende context. Het verschuiven van meer buskilometers naar de exploitanten verspreid over Vlaanderen biedt in die context meer mogelijkheden dan de aanbesteding van een volledige vervoerregio en geeft meer stabiliteit binnen de organisatie.”
Meer structurele investeringsmiddelen
Het investeringsbudget stijgt structureel met jaarlijks 120 miljoen euro, tot gemiddeld meer dan 260 miljoen euro per jaar tijdens de looptijd van het ODC. Deze middelen gaan naar strategische investeringen, investeringen in stationsprojecten, vergroeningsinvesteringen en instandhoudingsinvesteringen. Wat deze laatste betreft, biedt het verhoogde investeringsbudget de mogelijkheid om extra in te zetten op het inhalen van de historische achterstand op vlak van onderhoud van de infra, en dan vooral de spoorinfra.
Stabiele werkingsmiddelen
De basistoelage van De Lijn blijft gelijk gedurende de looptijd van dit ODC. In geval van uitbreidingen op het netwerk wordt de toelage verhoogd.Het inzetten op extra efficiëntie zal in eerste instantie extra kosten met zich meebrengen. Deze efficiëntie-inspanningen moeten vervolgens wel leiden tot lagere kosten.
Het ODC voorziet ook een gekaderde flexibiliteit van de tarieven. De Lijn mag haar tarieven aanpassen om zo sneller te kunnen inspelen op bepaalde tendensen. De sociale tarieven blijven de bevoegdheid van de Vlaamse regering. De Lijn kan die gekaderde tariefautonomie inzetten om een shift naar meer duurzaam mobiliteitsgedrag te ondersteunen. Het kader voor de tariefautonomie wordt binnen de 6 maanden uitgewerkt.
Contactgegevens
Woordvoerder minister Lydia Peeters
Kim Vandenbroucke - 0467/07.54.53 - kim.vandenbroucke@vlaanderen.be
Persdienst De Lijn
0471/20 00 22 – pers@delijn.be