Resultaten fietsvalpreventieproef tramsporen zijn bekend

Resultaten fietsvalpreventieproef tramsporen zijn bekend

De Lijn werkt volop verder aan de verbetering van de fietsveiligheid ter hoogte van tramsporen. Het uitproberen en testen van nieuwe methodes resulteerde onder meer begin oktober in een uitgebreide fietsersproef in Gentbrugge waarbij, met de hulp van vrijwilligers, op de stelplaats van De Lijn een opvulmiddel voor tramrails als fietsvalveiligheidsmaatregel werd uitgetest. Na een grondige analyse zijn de eerste resultaten nu bekend, en die zijn positief. De Lijn zal nu nog bijkomende proeven doen met het materiaal. 'In afwachting van die resultaten zitten we niet stil ​ en wordt er verder getest en gezocht naar de beste oplossing', duidt Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters. 'Het is van cruciaal belang om te blijven zoeken naar een oplossing die de fietsveiligheid ter hoogte van tramsporen kan verhogen.'

Combinatie van factoren

Ter hoogte van trambeddingen zijn er verschillende aspecten die fietsongevallen kunnen veroorzaken. De praktijk wijst uit dat het vaak gaat om een combinatie van factoren zoals de gladheid van de gebruikte materialen (metalen rails, wissels, …), de groeven van de rails en de beperkte stedelijke ruimte waardoor verkeersstromen noodgedwongen gecombineerd moeten worden.

Het is overigens een problematiek waarmee niet enkel De Lijn geconfronteerd wordt. Ook in het buitenland worden testen gedaan om valpartijen nabij tramporen zoveel mogelijk te vermijden, maar tot op heden zonder bevredigend resultaat.

Onderzoek naar oplossingen: fietsersproef

De Lijn onderzoekt zelf al geruime tijd verschillende oplossingsmogelijkheden om de fietsverkeerveiligheid in de tramspoorzones te verhogen. Op vraag van Vlaams minister Lydia Peeters verdiepte en intensifieerde De Lijn het onderzoek. 'Fietsveiligheid is voor mij een absolute prioriteit', aldus minister Peeters. Een van de mogelijke verbeteringen bestaat uit het fietsveilig maken van de tramsporen door het opvullen van de gleuf van de rails met een duurzame opvulling. Deze opvulling moet enerzijds naadloos aansluiten aan het loopvlak om de passage van fietsers veilig te helpen maken maar moet anderzijds ook volledig indrukbaar zijn bij belasting door een tramvoertuig, zonder dat er gevaar ontstaat voor ontsporing en/of contactverlies van de tramwielen met de rails. Verder moet de opvulling duurzaam zijn, resistent aan de weersomstandigheden en eenvoudig verwijder- en vervangbaar. Tevens moet de railopvulling betrouwbaar zijn inzake hechting en robuustheid om zodoende de veiligheid te garanderen. Tot op heden werd er nog geen adequate oplossing gevonden voor het opvullen van de railgroef, ondanks verschillende onderzoeken, nationaal en internationaal. De Lijn blijft evenwel verder zoeken naar een oplossing, en speurt constant de markt af om innovatieve producten uit te testen.

Zo werd er begin oktober op de site van de tramstelplaats in Gentbrugge een fietsersproef uitgevoerd in samenwerking met de Fietsersbond en de Reizigersbond. Er was een proefopstelling waarbij diverse terreinomstandigheden werden gesimuleerd. Een hele dag lang testten fietsers met uiteenlopende wielrijtuigen de railopvulling uitgebreid uit. Er werden liefst 12 verschillende scenario’s uitgeprobeerd aan de hand van 9 verschillende types fietsen, samen goed voor 35 verschillende evaluaties. De eerste vaststellingen waren voorzichtig positief en hoopgevend. Zo was er alvast niemand ten val gekomen.

De voorbije weken werden de bevindingen, metingen en resultaten van de fietsproef verder geanalyseerd. Dat leidde ondertussen tot nog enkele bijkomende positieve conclusies. Zo werd de uitgeteste railopvulling als fietsvalbeveiliging door de proefpersonen als comfortabel ervaren bij het fietsen tussen de rails en in wisselzones. De opvallende kleur van het rubber zorgde bovendien voor een visuele versterking die eveneens bijdroeg aan het comfortgevoel. Evenwel levert deze railopvulling niet echt winst op als er moet worden gefietst tussen de boordsteen en de tramrail – een fietssituatie die in een historische stad als Gent met zijn vele nauwe straten nochtans vaak voorkomt. Desondanks waren de testervaring van de fietsers en de resultaten van de fietsproef positief te noemen.

Bijkomende proeven

De komende maanden zal de geteste railopvulling nog aan diverse bijkomende proeven worden onderworpen, onder meer bij uiteenlopende weersomstandigheden, variërende trambelasting/frequentie, bijkomend verkeer, enz. Zo staat er onder meer een uitgebreid onderzoek naar duurzaamheid op de agenda, en zal de toepassing op diverse tramnetten (Gent en Antwerpen), evenals toepassing in eigen trambedding, in detail worden onderzocht. Tevens moet worden onderzocht of deze toepassing zich ook leent bij tramsporen die slijtagesporen vertonen; de toepassing werd immers nog maar uitsluitend uitgeprobeerd op nieuw spoor zonder slijtage. Tenslotte zullen ook de installatiemogelijkheden grondig moeten worden bekeken. Sommige probleemzones, bijvoorbeeld ter hoogte van wissels, blijken alvast ongeschikt. Hierbij zal het zaak zijn om fietsers duidelijk te maken waar deze zich precies bevinden, om zodoende gevaarlijke situaties zoveel mogelijk te vermijden.

Om het uitglijden van fietsers te voorkomen voerde De Lijn ondertussen op het Emile Braunplein ook een test uit waarbij de gladde oppervlakken van de wisselbakken werden opgeruwd. Ook dit wordt verder onderzocht en geëvalueerd. Daarnaast zet De Lijn ook in op aanpassing en bijsturing van de ontwerprichtlijnen voor de vernieuwing van spoorinfrastructuur in de toekomst.

 

Over De Lijn

Over De Lijn

De Lijn is het Vlaamse overheidsbedrijf dat zorgt voor openbaar vervoer met bus en tram in Vlaanderen. Ongeveer 3,5 miljoen mensen maken jaarlijks één of meerdere keren gebruik van de diensten van De Lijn.

Voor haar werking krijgt de vervoermaatschappij een dotatie van het Vlaams Gewest, de belangrijkste aandeelhouder. De verkoop van vervoerbewijzen is de tweede inkomstenbron.

Het net van De Lijn telt ongeveer 1 000 lijnen en 16 000 haltes. Alles samen rijden de bussen en trams per jaar meer dan 200 miljoen kilometer. De eigen vloot telt 2 250 bussen en 400 trams. De privéfirma's die rijden in opdracht van De Lijn hebben zelf ook bussen. Zij nemen ongeveer de helft van de buskilometers voor hun rekening.

Met bijna 8 000 werknemers is De Lijn een van de grote werkgevers van het land. Bij de privé-exploitanten werken nog eens meer dan 2 000 mensen.

Als hoofdaandeelhouder van deelfietsen Blue-bike promoot en ondersteunt De Lijn combimobiliteit. Hierbij kunnen reizigers voor het laatste stuk van hun verplaatsing een bus- of tramrit combineren met een deelfiets.