Vanaf 2022 vervoert De Lijn met nieuw net op kruissnelheid 7,2 % meer reizigers
Het nieuwe kernnet en het aanvullend net dat De Lijn in het kader van basisbereikbaarheid uitrolt vanaf 1 januari 2022 zal, eens op kruissnelheid globaal genomen 7,2 % meer reizigers aantrekken. Dat blijkt uit de berekeningen van De Lijn die vandaag aan de raad van bestuur werden toegelicht. De raad kreeg inzage in de reizigerswinst, het aantal kilometers (met reizigers) en de budgetten per vervoerregio.
De mobiliteitsmarkt in Vlaanderen is in volle beweging. Met de introductie van het decreet ‘basisbereikbaarheid’ wil de Vlaamse overheid evolueren naar een openbaar vervoer dat beter is afgestemd op de vervoersvraag van de reizigers. Het toekomstige openbaarvervoernet zal vanaf januari 2022 bestaan uit vier lagen: het treinnet, het kernnet (bussen en trams tussen grote woonkernen en drukbezochte plaatsen), het aanvullend net dat aantakt op het kernnet (busverbindingen tussen buitenwijken en kleinere steden en gemeenten) aangevuld met vervoer op maat voor personen die geen toegang hebben tot de andere vervoersnetten. Voor dit nieuwe net werd Vlaanderen ingedeeld in 15 vervoerregio’s, elk met een eigen raad.
7 % extra reizigers
In elke vervoerregio wordt tegen eind 2021 een regionaal mobiliteitsplan opgemaakt, in samenspraak met alle steden en gemeenten, via de vervoerregioraden (zie bijlage voor meer achtergrond). Voor het luik openbaar vervoer (kernnet en aanvullend net) tekende De Lijn een voorstel uit in 2018. Dat voorstel werd uitgebreid besproken en verder uitgewerkt in de vervoerregioraad. Zo kwamen alle regio’s tot gedragen plannen in juni van dit jaar.
Voor die plannen heeft De Lijn deze zomer berekend hoeveel extra reizigers we hiermee bereiken. De winst varieert per regio: globaal 7,2 %, in sommige vervoerregio’s 14 % en met een uitschieter in vervoerregio Roeselare 27,2 %.
Roger Kesteloot, directeur-generaal De Lijn:
“Basisbereikbaarheid vertrekt vanuit de vraag: waar we veel reizigers kunnen bereiken, zetten we extra aanbod in. Het afgelopen anderhalf jaar hebben we met alle partners van de vervoerregioraden hard gewerkt aan een plan waarmee we effectief in alle vervoerregio’s meer reizigers zullen vervoeren. In het komende jaar vertalen we deze nieuwe netten in concrete trajecten, haltes & dienstregelingen en leggen we doorstromingsmaatregelen vast. Zo kunnen we op 1 januari 2022 een kwaliteitsvol en beter aanbod aanbieden aan onze reizigers.”
Naast de reizigerswinst werd ook berekend hoeveel ‘beladen’ (= met reizigers) kilometers en personeelsuren er nodig zijn om de nieuwe netten uit te voeren. Vervolgens werd aan de hand van het kostenmodel basisbereikbaarheid, dat goedgekeurd werd door PwC, de kostprijs van de nieuwe netten berekend. Dit model houdt rekening met tal van parameters. De kosten van een gereden kilometer variëren immers naargelang de type-dag, het ingezette voertuig of het tijdstip van de rit. Zo is een rit op zondagavond duurder dan een rit op dinsdag ochtend omdat de personeelskosten in het weekend hoger zijn en is een rit met een tram duurder dan met een bus.
Nood aan betere doorstroming voor bus en tram
De berekening die vandaag werd voorgesteld aan de raad van bestuur, is een voorlopige berekening. Basisbereikbaarheid moet gerealiseerd worden met de budgetten van vandaag. Nu de ov-plannen klaar zijn, start De Lijn daarom met de vertaalslag naar concrete dienstregelingen en bijhorende personeelsroosters. Pas dan zal er echt zicht zijn op het effectieve aantal benodigde kilometers, personeelsuren en de uiteindelijke kostprijs. In dit proces is het belangrijk om ook de nodige doorstromingsmaatregelen te bepalen samen met de vervoerregio’s en deze mee te nemen in de uitrol van het nieuwe net. Dit proces moet eind juni 2021 afgerond zijn, willen we basisbereikbaarheid in 2022 laten van start gaan.
Roger Kesteloot, directeur-generaal:
“Ik ben ervan overtuigd dat met wat er vandaag op tafel ligt, we de beslissing van de Vlaamse overheid om meer vraaggestuurd te werken, zullen realiseren en dat dankzij de sterke lokale inspraak en de actieve betrokkenheid van alle mobiliteitsactoren. In de komende maanden zullen we binnen de vervoerregioraden betere doorstromingsmaatregelen afspreken zodat we samen méér reizigers kunnen vervoeren met dezelfde middelen. Elke minuut dat een bus mee aanschuift in de file, kost ons nodeloos geld.”