Vanaf 6 januari 2024 reis je vlotter en efficiënter in heel het Waasland

Nieuwe fase Hoppin

Op 6 januari 2024 zet De Lijn een belangrijke en grote stap in de realisatie van Hoppin, de nieuwe mobiliteitsvisie van de Vlaamse overheid. Begin januari wordt in de Vervoerregio Waasland met deze fase het nieuwe net volledig ingevoerd. In deze fase start bovendien het flexvervoer (de opvolger van de belbus), vraagafhankelijk vervoer dat je reserveert via de Hoppincentrale (app, website en telefooncentrale).

Het nieuwe vervoersplan werd opgesteld binnen een Vlaams kader mét budgetneutraliteit, op basis van voorstellen van De Lijn. In de afgelopen maanden werden de maatregelen van fase 2 verder besproken met alle lokale besturen en binnen de vervoerregioraad. De Lijn zal samen met de vervoerregio de transitie monitoren, evalueren en eventueel bijsturen waar nodig.

Sinds 15 november kan de reiziger via de website en app van De Lijn alle concrete informatie terugvinden en bekijken of er wijzigingen zijn aan zijn vertrouwde reisroute.

 

De kerngedachte achter het nieuwe openbaar vervoerplan is deze vraaggericht in te delen in 4 complementaire vervoerslagen, gebaseerd op verplaatsingsstromen uit het verkeersmodel Vlaanderen. Het kernnet omvat de hoogfrequente lijnen die rechtstreeks de grotere kernen met elkaar zal verbinden, in het aanvullend net zitten de ontsluitende reguliere lijnen en alle functionele lijnen die zorgen voor de woon-school- en woon-werkverbindingen. En als onderste laag is er het vervoer op maat, waar vooral ingezet wordt op combimobiliteit.

De nieuwe lijnnummers zorgen voor een leesbaar netwerk. Nummers met één cijfer zijn stadslijnen, nummers met 2 cijfers zijn reguliere lijnen en de 3-cijferige nummer rijden enkel op spitsuren.

Ook het vervoer op maat doet zijn intrede. Naast een aantal vaste lijnen wordt het flexvervoer uitgerold, komen er Hoppinpunten op het terrein met deelsystemen en fietsenstallingen.

En als laatste heeft De Lijn haar haltes herschikt op basis van de regel dat niemand in Vlaanderen verder dan 750 meter weg mag zijn van een halte.

 

Lieve Truyman, schepen van Mobiliteit Temse: “Als schepen van mobiliteit zit je mee in de cockpit van de vervoerregioraad. Iedere mobiliteitsschepen kent de gevoeligheden van zijn of haar stad/gemeente. De doelstelling is van algemeen belang om zoveel mogelijk mensen te verleiden tot het gebruik van het openbaar vervoer, om aan zoveel mogelijk lokale pijnpunten tegemoet te komen, evenwichten te zoeken en samen te werken aan een sterk openbaar vervoersregionetwerk. Als lid van de vervoerregioraad kan ik beamen dat iedere mobiliteitsschepen over de partijgrenzen heen constructief aan dit regiodossier heeft meegewerkt en niet enkel voor eigen oprit heeft geveegd, maar in functie van de gebruiker én de toekomstige gebruiker van het openbaar vervoer in de vervoersregio Waasland.”

Wijzigingen aan het netwerk in de vervoerregio Waasland

Het stadsnet waarop vandaag 4 lijnen rijden, wordt herschikt tot één lijn die in lus rijdt, in beide richtingen met een frequentie van 30 minuten.

De Lijn vult voor Sint-Niklaas aan met een voorstadsnet. Voortaan rijdt de bus tijdens de daluren naar Belsele en Sinaai met een 15 minuten frequentie, en rijdt om de 20 minuten een bus naar Nieuwkerken-Waas.

Het streeknet krijgt tijdens de daluren op een aantal lijnen hogere frequenties van en naar de stad Sint-Niklaas. De Lijn hoopt met deze lijnen meer mensen te overtuigen om met de bus naar de stad te komen. Zo komt er een 30 minuten frequentie van en naar Stekene, Beveren over Haasdonk, Sint-Gillis-Waas en Waasmunster. En de sterkste lijn uit de regio, de lijn van Sint-Niklaas naar Antwerpen over Temse en Kruibeke, krijgt een 20 minuten frequentie.

En als laatste heeft De Lijn de verbindingen met een dalfrequentie van 60 minuten.

Gezien het budgettaire kader waarbinnen De Lijn heeft gewerkt, werd ingezet op een sterker dalaanbod op weekdagen. Hier en daar is dat ook gelukt om op zaterdag te realiseren maar op zondag zit er weinig extra versterking in het plan.

Aan alle lijnen van voorstad en streek voegde De Lijn ook functionele ritten toe in de spits waar vandaag de vraag zit, of m.a.w. die vandaag ook voorzien zijn.

De functionele lijnen en functionele ritten die vandaag bestaan, blijven in de toekomt gehandhaafd. Deze lijn/ritten worden jaarlijks bijgestuurd en afgestemd op het woon-schoolverkeer.

Binnen het vervoer op maat werden twee vaste verbindingen uitgewerkt, een bedrijvenshuttle Lokeren en de nieuwe verbinding Beveren – Kruibeke. Beide lijnen starten met een beperkt aantal ritten en evaluatie zal moeten uitwijzen of hier extra middelen voorzien moeten worden voor verdere uitbreiding.

Nieuw is het flexvervoer. Een systeem dat vergeleken wordt met de belbus maar toch anders en klantgerichter is. Zo zal de reiziger voortaan zijn deur-tot-deurverplaatsing ingeven waarbij het systeem rekening zal houden met de volledig af te leggen reisweg. De reiziger zal kunnen kiezen of zijn vertrekuur of het aankomstuur bepalend is. Het systeem zal dus, op vraag van de klant, een oplossing aanbieden zodat de reiziger tijdig op zijn bestemming is.

De Lijn informeert haar reizigers sinds 15 november via verschillende kanalen. Digitaal bestaat naast de gebruikelijke hulpmiddelen zoals de routeplanner ook per gemeente een pagina waarop de wijzigingen opgesomd worden. En op papier werd per vervoerregio een regiofolder opgemaakt en daarnaast ook specifieke stedelijke folders.

 

Over De Lijn

Over De Lijn

De Lijn is het Vlaamse overheidsbedrijf dat zorgt voor openbaar vervoer met bus en tram in Vlaanderen. Ongeveer 3,5 miljoen mensen maken jaarlijks één of meerdere keren gebruik van de diensten van De Lijn.

Voor haar werking krijgt de vervoermaatschappij een dotatie van het Vlaams Gewest, de belangrijkste aandeelhouder. De verkoop van vervoerbewijzen is de tweede inkomstenbron.

Het net van De Lijn telt ongeveer 1 000 lijnen en 16 000 haltes. Alles samen rijden de bussen en trams per jaar meer dan 200 miljoen kilometer. De eigen vloot telt 2 250 bussen en 400 trams. De privéfirma's die rijden in opdracht van De Lijn hebben zelf ook bussen. Zij nemen ongeveer de helft van de buskilometers voor hun rekening.

Met bijna 8 000 werknemers is De Lijn een van de grote werkgevers van het land. Bij de privé-exploitanten werken nog eens meer dan 2 000 mensen.

Als hoofdaandeelhouder van deelfietsen Blue-bike promoot en ondersteunt De Lijn combimobiliteit. Hierbij kunnen reizigers voor het laatste stuk van hun verplaatsing een bus- of tramrit combineren met een deelfiets.